Ze is de perfecte leerling. ’s Ochtends begroet ze vrolijk haar juf en geeft haar een complimentje over haar kleding. Het werken gaat haar gemakkelijk af. Haar schriften en haar vak zien er onberispelijk uit. Ze is tegen iedereen aardig. Als kinderen iets niet snappen, weten ze dat ze altijd op haar kunnen rekenen. Ze is de perfecte leerling.
Ze is de perfecte dochter. Op zaterdag bakt ze voor iedereen cupcakes. Haar ouders hebben het druk met haar oudere zus. Die is superslim en vraagt veel aandacht. Op zondag heeft zus altijd een sportwedstrijd en daar gaan ze met het hele gezin heen. Zij zit vooraan met een zelfgemaakt spandoek. Want ze is ook het perfecte zusje.
Ze is de perfecte leerling en de perfecte dochter en het perfecte zusje. Maar soms…. begint ze zich op school te vervelen. Ze houdt van moeilijke spelletjes, breinbrekers, creatieve opdrachten, maar durft er niet om te vragen. Straks kan ze het niet en dan zal iedereen haar uitlachen. Dus zegt ze niets en begroet ’s ochtends vrolijk de juf. Ze maakt stil haar werk. En een extra mooi spandoek voor volgend weekend.
’s Avonds ligt ze steeds vaker wakker. Ze begint te piekeren over de wereld. Ze maakt zich zorgen over het klimaat, over oorlog, over grote jongens in de straat. En ze vraagt zich af waarom ze geen BFF heeft. Misschien is er toch iets heel erg mis met haar. En dan, op een dag, lukt het niet meer zo goed. Er is geen vrolijke lach meer voor juf en geen spandoek voor zus. Ze wordt stiller. Ze weet niet meer wat ze wil, behalve dan… misschien… niet perfect.
Ken je haar? Zit ze misschien in jouw klas, achterin bij het raam? En hoe is het voor jou om haar in de klas te hebben? Zeg jij altijd ‘zo wil ik er nog wel tien’ en is het eigenlijk wel gemakkelijk, dat perfecte? Of begint er bij jou ook iets te knagen? Lees dan vooral hier verder. Ze zal je dankbaar zijn.
